Jump to content

beteerd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -eːrt

Participle

[edit]

beteerd

  1. past participle of beteren

Declension

[edit]
Declension of beteerd
uninflected beteerd
inflected beteerde
positive
predicative/adverbial beteerd
indefinite m./f. sing. beteerde
n. sing. beteerd
plural beteerde
definite beteerde
partitive beteerds

Anagrams

[edit]