beschikking

Dutch

Etymology

From beschikken +‎ -ing.

Pronunciation

• IPA^(key): /bəˈsxɪ.kɪŋ/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: be‧schik‧king

Noun

beschikking f (plural beschikkingen, diminutive beschikkinkje n)

1. power of control, direction or disposal; decision, ruling (by an authorized official or official body such as a court); mastery, command

   Ik sta tot uw beschikking.

   I am at your disposal.

   De teruggaaf wordt vastgesteld bij beschikking van de inspecteur.

   The refund is determined by decision of the inspector.

   • 1952, De Kampioen - Dec 1952, ANWB BV., page 354:

     De gramofoon is het meest moderne studiemiddel om vreemde talen te leren, dat U zich kunt denken. (..) Uw onvermoeibare leraar herhaalt niet alleen het gesprokene geduldig steeds op dezelfde correcte wijze, doch hij staat bovendien elke dag en op elk uur van de dag tot Uw beschikking.

     The gramophone is the most modern study aid to learn foreign languages that you can think of. (..) Your tireless teacher not only repeats what was said patiently again and again in the same correct way, he is also every day and every hour of the day at your disposal.

   • 2014, Van App tot Z: De beste apps voor iPhone, iPad en Android smartphone ..., Reshift Digital, page 41:

     Alle menu's en functies staan tot uw beschikking en zelfs macro's blijken goed te werken.

     All menus and functions are at your disposal and even macros turn out to work well.

2. access

   Ik heb de beschikking over een computer met een internetverbinding.

   I have access to a computer with an internet connection.

Derived terms

• rechtsbeschikking

Related terms

• voorbeschikking