bescheidenheid
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From Middle Dutch bescheidenheit. Equivalent to bescheiden + -heid.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]bescheidenheid f (plural bescheidenheden, diminutive bescheidenheidje n)
- modesty, humility
- something modest, such as a small gift
- Synonym: kleinigheid
- Vaak wordt de spreker na een lezing een bescheidenheid aangeboden.
- The speaker is often offered a small gift after a lecture.