benieuwd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From benieuwen.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /bəˈniu̯t/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: be‧nieuwd
  • Rhymes: -iu̯t

Adjective

[edit]

benieuwd (comparative benieuwder, superlative benieuwdst)

  1. longing to see, hear or understand, curious
    Ik ben heel erg benieuwd naar haar volgende filmpje! - I can't wait to see her next movie!

Inflection

[edit]
Declension of benieuwd
uninflected benieuwd
inflected benieuwde
comparative benieuwder
positive comparative superlative
predicative/adverbial benieuwd benieuwder het benieuwdst
het benieuwdste
indefinite m./f. sing. benieuwde benieuwdere benieuwdste
n. sing. benieuwd benieuwder benieuwdste
plural benieuwde benieuwdere benieuwdste
definite benieuwde benieuwdere benieuwdste
partitive benieuwds benieuwders

Derived terms

[edit]

Participle

[edit]

benieuwd

  1. past participle of benieuwen

Inflection

[edit]
Declension of benieuwd
uninflected benieuwd
inflected benieuwde
positive
predicative/adverbial benieuwd
indefinite m./f. sing. benieuwde
n. sing. benieuwd
plural benieuwde
definite benieuwde
partitive benieuwds