Jump to content

benadeeld

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

benadeeld

  1. past participle of benadelen

Declension

[edit]
Declension of benadeeld
uninflected benadeeld
inflected benadeelde
positive
predicative/adverbial benadeeld
indefinite m./f. sing. benadeelde
n. sing. benadeeld
plural benadeelde
definite benadeelde
partitive benadeelds