bemachtigd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

bemachtigd

  1. past participle of bemachtigen

Declension

[edit]
Declension of bemachtigd
uninflected bemachtigd
inflected bemachtigde
positive
predicative/adverbial bemachtigd
indefinite m./f. sing. bemachtigde
n. sing. bemachtigd
plural bemachtigde
definite bemachtigde
partitive bemachtigds