belastingfraude

Dutch

Etymology

Compound of belasting +‎ fraude.

Pronunciation

• IPA^(key): /bəˈlɑs.tɪŋˌfrɑu̯.də/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: be‧las‧ting‧frau‧de

Noun

belastingfraude f (plural belastingfraudes)

1. tax fraud, tax evasion

   Hij werd gearresteerd op beschuldiging van belastingfraude. ― He was arrested on charges of tax fraud.

   Het vermijden van belastingfraude is essentieel voor een gezonde economie. ― Avoiding tax evasion is essential for a healthy economy.

   Belastingfraude is een ernstig misdrijf dat zware straffen kan opleveren. ― Tax evasion is a serious offense that can result in severe penalties.

Derived terms

• belastingfraudeur