beheerbaar

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From beheren (to manage) +‎ -baar.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /bəˈɦeːrˌbaːr/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: be‧heer‧baar

Adjective

[edit]

beheerbaar (comparative beheerbaarder, superlative beheerbaarst)

  1. manageable

Declension

[edit]
Declension of beheerbaar
uninflected beheerbaar
inflected beheerbare
comparative beheerbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial beheerbaar beheerbaarder het beheerbaarst
het beheerbaarste
indefinite m./f. sing. beheerbare beheerbaardere beheerbaarste
n. sing. beheerbaar beheerbaarder beheerbaarste
plural beheerbare beheerbaardere beheerbaarste
definite beheerbare beheerbaardere beheerbaarste
partitive beheerbaars beheerbaarders

Derived terms

[edit]