Jump to content

begroeiend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

begroeiend

  1. present participle of begroeien

Declension

[edit]
Declension of begroeiend
uninflected begroeiend
inflected begroeiende
positive
predicative/adverbial begroeiend
begroeiende
indefinite m./f. sing. begroeiende
n. sing. begroeiend
plural begroeiende
definite begroeiende
partitive begroeiends

Anagrams

[edit]