autobom
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]autobom f (plural autobommen, diminutive autobommetje n)
- car bomb
- 1999, Benno Barnard, “Het groot nationaal dichtertje”, in NRC Handelsblad:
- Lees ik tien gedichten van Gezelle achter elkaar, ik, schöngeist, verstilde estheet, dommel weg en droom van straatrumoer, discotheken en een AUTOBOM!!
- (please add an English translation of this quotation)