asielzoeker
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of asiel (“asylum”) + zoeker (“seeker”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]asielzoeker m (plural asielzoekers, diminutive asielzoekertje n)
Compound of asiel (“asylum”) + zoeker (“seeker”).
asielzoeker m (plural asielzoekers, diminutive asielzoekertje n)