afzichtig

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From afzicht +‎ -ig.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌɑfˈsɪx.təx/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: af‧zich‧tig
  • Rhymes: -ɪxtəx

Adjective

[edit]

afzichtig (comparative afzichtiger, superlative afzichtigst)

  1. hideous, very ugly
    Synonym: afzichtelijk

Declension

[edit]
Declension of afzichtig
uninflected afzichtig
inflected afzichtige
comparative afzichtiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial afzichtig afzichtiger het afzichtigst
het afzichtigste
indefinite m./f. sing. afzichtige afzichtigere afzichtigste
n. sing. afzichtig afzichtiger afzichtigste
plural afzichtige afzichtigere afzichtigste
definite afzichtige afzichtigere afzichtigste
partitive afzichtigs afzichtigers

Derived terms

[edit]