afwezigheid
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]afwezigheid f (plural afwezigheden, diminutive afwezigheidje n)
- absence
- Antonym: aanwezigheid
Derived terms
[edit]Descendants
[edit]- Afrikaans: afwesigheid