Jump to content

afvaart

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From afvaren. Equivalent to af (off) +‎ vaart (trip).

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈɑ.faːrt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: af‧vaart

Noun

[edit]

afvaart f (plural afvaarten, diminutive afvaartje n)

  1. (nautical) departure, sailing
    De veerboot van Den Helder naar Texel heeft elk uur een afvaart.
    The ferry from Den Helder to Texel sails every hour.