Jump to content

afgemaakt

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

afgemaakt

  1. past participle of afmaken

Declension

[edit]
Declension of afgemaakt
uninflected afgemaakt
inflected afgemaakte
positive
predicative/adverbial afgemaakt
indefinite m./f. sing. afgemaakte
n. sing. afgemaakt
plural afgemaakte
definite afgemaakte
partitive afgemaakts