achterneef
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]achterneef m (plural achterneven, diminutive achterneefje n)
- a grandnephew
- Ik ontmoette mijn achterneef voor het eerst op een familiefeest. ― I met my grandnephew for the first time at a family gathering.
- Mijn oma is altijd blij om haar achterneefjes te zien. ― My grandmother is always happy to see her grandnephews.
- a male second cousin
- Onze grootouders zijn broers, dus hij is mijn achterneef. ― Our grandparents are brothers, so he is my male second cousin.
- Het is interessant om te leren over de familiebanden en te ontdekken wie je achterneven zijn. ― It's interesting to learn about family ties and find out who your male second cousins are.
Descendants
[edit]- → Papiamentu: aktuprimu (calque)