Jump to content

achteloos

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From acht (attention) +‎ -e- (-less) +‎ -loos.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈɑx.təˌloːs/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ach‧te‧loos

Adjective

[edit]

achteloos (comparative achtelozer, superlative meest achteloos or achteloost)

  1. careless

Declension

[edit]
Declension of achteloos
uninflected achteloos
inflected achteloze
comparative achtelozer
positive comparative superlative
predicative/adverbial achteloos achtelozer het achteloost
het achtelooste
indefinite m./f. sing. achteloze achtelozere achtelooste
n. sing. achteloos achtelozer achtelooste
plural achteloze achtelozere achtelooste
definite achteloze achtelozere achtelooste
partitive achteloos achtelozers

Derived terms

[edit]