Citations:haai

Dutch citations of haai

1907, 7 August, Dagblad van Noord-Brabant; Vlaamsche humor. [1]:
Trouwens, aan den anderen kant van diezelfde barak zat er daar bij Wannes, met vlammende oogen en met zijnen muil wagewijd open, een schabouwelijke groote leeuw, fel genoeg en gereed om Wannes in een haai en een draai naar de andere wereld te zenden.

1923, Stijn Streuvels, Land en leven in Vlaanderen, page 353:
De weelde is voor de landlieden een ongekend verschijnsel waaraan zij nog wennen moeten. Bij de gezetene lieden blijft er nog altijd het wantrouwen dat het niet duren zal, dat het in een haai en een draai kan verkeeren en slechter worden dan voorheen, — dat men sparen moet en potten terwijl de gelegenheid gunstig is, voor ... later.

1928, Biekorf; dat is een leer- en leesblad voor alle verstandige Vlamingen; Volume 34, issue 3, page 81:
— Ik zal u daarheen brengen, zei de vos. Kruipt op mij, ik zal u dragen gelijk een pluimke; in een haai en een draai zijt gij er.

1939, Stijn Streuvels, Kerstvertellingen, page 139:
In een haai en een draai waren de houten dwarsstaven doorgezaagd en het raampje er uitgehaald. Door die opening moest de jongen naar binnen het waschhuis en de voordeur openmaken.

1922, 18 February, De toekomst; socialistisch weekblad voor Zeeland en Westelijk Brabant, Volume 29, issue 47; Mengelwerk. [2]:
Intusschen hebben we alle respect voor die haaie joodschr zakenlui: ôns ten voorbeeld, deinzen ze voor niets terug om hun doel te bereiken.

1928, 4 July, Grafisch weekblad; orgaan van den Algemeenen Nederlandschen Typografenbond, Volume 23, issue 27; Wat op valt [3]:
Het is een der twee ernstige candidaten voor het niet weinig begeerenswaardige baantje van president der Vereenigde Staten.

't Moet bovendien een zeer haaie jongen zijn. Zooals voor van den grond opgekomen toekomstige Amerikaansche presidenten gebruikelijk schijnt, is hij zijn loopbaan begonnen als krantjenjongen; was daarna aandragertje op de vischmarkt; werkte zich op tot verkooper en boekhouder; en werd om zijn gewikstheid door een Ierschen kroegbaas, die aan politiek deed — wat destijds synoniem was aan het verkwanselen van baantjes — geprotegeerd, waardoor hij het reeds bracht tot goeverneur van den staat New-York.

1928, 14 July, De radio; officieel orgaan van de Vereeniging van Arbeiders-Radio-Amateurs; Volume 2, issue 39; Radio-types. I. De soldeer-maniak, page 18:
En heeft resoluut tot zich zelf gezegd: "Als ik zoo'n haaie knul ben, dat ik zelf het malheur vind, kan ik het zelf verhelpen ook" en is naar den winkel gestapt. Heeft daar met een air van gewicht een soldeerboutje besteld en een staafje harssoldeer. En heeft ten slotte zelf het zaakje weer in orde geprutst.

1931, 26 September, A. Heeroma, Oud-Commissaris van Politie te Amsterdam, Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant; Uit den Strijd tegen de Misdaad; XXII. Zakkenrollers. [4]:
Aki was wat men noemt, een haaie jongen; hij zorgde dat, als hij iets gerold had, dit direct aan een ander werd overgegeven, zoodat bij hem nooit iets werd gevonden en zoo was 't ook hier geweest, maar begrijpelijkerwijs vertelde hij dit toen niet en omdat de medeplichtige niet gevonden werd, of liever het gestolen geld niet, kwam Aki weer ongehavend uit den strijd.