Buitenstverlaat

Dutch

Etymology

First attested as Verlaat (Het Buitenste) in 1899. Compound of buitenst (“outermost”) and verlaat (“small lift-lock”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈbœy̯.tənstˌvɛr.laːt/
• Hyphenation: Bui‧tenst‧ver‧laat

Proper noun

Buitenstverlaat n

1. A hamlet in Smallingerland, Friesland, Netherlands

References

• van Berkel, Gerard, Samplonius, Kees (2018) Nederlandse plaatsnamen verklaard (in Dutch), Mijnbestseller.nl, →ISBN