rammelaar

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]
Twee rammelaars (sense 1). Two rattles.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈrɑ.mə.ˌlaːr/
  • Hyphenation: ram‧me‧laar

Etymology 1

[edit]

From rammelen (to rattle, to shake) +‎ -aar.

Noun

[edit]

rammelaar m (plural rammelaars, diminutive rammelaartje n)

  1. a rattle, a baby's toy that creates sound when shaken
    • 2016 May 4, “Wat kreeg prinses Charlotte cadeau?”, in De Telegraaf:
      Opa Charles gaf zijn kleindochter een wilgen rammelaar.
      Grandpa Charles gave a willow rattle to his granddaughter.
See also
[edit]

Etymology 2

[edit]

From rammelen (to copulate, to be in heat) +‎ -aar.

Noun

[edit]

rammelaar m (plural rammelaars, diminutive rammelaartje n)

  1. a rabbit buck, a male rabbit
    • 2015 May 15, “Ondertekening beheerovereenkomst Beestenboetje”, in Uitkijkpost:
      De rammelaars zijn reeds 'geholpen' en kunnen op termijn in een nieuw groepsonderkomen bij de voedsters worden gezet, als één gezellige familie; maar dan zonder het gevaar van vele nakomelingen.
      The bucks have already been 'fixed' and can eventually be placed in a new group shelter together with the does, as one happy family; but without the risk of many offspring.
Antonyms
[edit]
Hypernyms
[edit]