adventief

Dutch

Etymology

From French adventif.

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Adjective

adventief (not comparable)

1. adventive

Inflection

Declension of adventief
uninflected	adventief
inflected	adventieve
comparative	adventiever
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		adventief	adventiever	het adventiefst het adventiefste
indefinite	m./f. sing.	adventieve	adventievere	adventiefste
	n. sing.	adventief	adventiever	adventiefste
	plural	adventieve	adventievere	adventiefste
definite		adventieve	adventievere	adventiefste
partitive		adventiefs	adventievers	—

Noun

adventief n (plural adventieven, diminutive adventiefje n)

1. (biology) an adventive; a non-native naturalized species

   Hyponyms: campingadventief, Pothoofdplant, woladventief

Derived terms

• campingadventief
• woladventief

 

Further reading

• adventief on the Dutch Wikipedia.Wikipedia ^nl