adeldom

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From adel +‎ -dom.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈaː.dəlˌdɔm/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: adel‧dom

Noun

[edit]

adeldom m (uncountable)

  1. nobility
    Zijn adeldom werd erkend door de koning.His nobility was recognized by the king.
    De adeldom bracht zowel privileges als verantwoordelijkheden met zich mee.The nobility came with both privileges and responsibilities.
    Velen streven naar adeldom en de eer die het met zich meebrengt.Many aspire to nobility and the honor it carries.