enzoötisch
Jump to navigation
Jump to search
See also: enzootisch
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Probably borrowed from German enzootisch.
Pronunciation
[edit]Adjective
[edit]enzoötisch (not comparable)
- enzootic [from late 18th c.]
- 1792, Johan Gunther Eberhard, Verhandeling over het vuur of bloed der schaapen, enz., in Verhandelingen uitgegeeven door de Maatschappy ter Bevordering van den Landbouw, vol. xii, Jan Christiaan Sepp & Zn. (publ.) page 71.
- Waarom dat het ſporadisch, het enzootisch, en, in de meeste gevallen, het epizootisch vuur geen beſmetlyke ziekte is, heb ik reeds, door haare aanleiding geevende oorzaaken, en dat het eene, door het ſlegt weder en voeder verwekte, ziekte is, beweezen; […]
- (please add an English translation of this quotation)
- 1792, Johan Gunther Eberhard, Verhandeling over het vuur of bloed der schaapen, enz., in Verhandelingen uitgegeeven door de Maatschappy ter Bevordering van den Landbouw, vol. xii, Jan Christiaan Sepp & Zn. (publ.) page 71.
Declension
[edit]Declension of enzoötisch | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | enzoötisch | |||
inflected | enzoötische | |||
comparative | — | |||
positive | ||||
predicative/adverbial | enzoötisch | |||
indefinite | m./f. sing. | enzoötische | ||
n. sing. | enzoötisch | |||
plural | enzoötische | |||
definite | enzoötische | |||
partitive | enzoötisch |