doorknippen

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From door (through) +‎ knippen (to cut).

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈdoːrknɪpə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: door‧knip‧pen

Verb

[edit]

doorknippen

  1. (transitive) to cut through
    In noodgevallen kunt u banden van het fixatiemateriaal doorsnijden met een reddingsmes.
    In an emergency you can cut through straps of the fixation material with a rescue knife.
  2. (transitive) to keep cutting
    Je moet niet stoppen met knippen! Je moet doorknippen totdat je het hele figuurtje hebt uitgeknipt.
    You shouldn't stop cutting! You have to keep cutting until you have cut out the entire figure.

Conjugation

[edit]
Conjugation of doorknippen (weak, separable)
infinitive doorknippen
past singular knipte door
past participle doorgeknipt
infinitive doorknippen
gerund doorknippen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular knip door knipte door doorknip doorknipte
2nd person sing. (jij) knipt door, knip door2 knipte door doorknipt doorknipte
2nd person sing. (u) knipt door knipte door doorknipt doorknipte
2nd person sing. (gij) knipt door knipte door doorknipt doorknipte
3rd person singular knipt door knipte door doorknipt doorknipte
plural knippen door knipten door doorknippen doorknipten
subjunctive sing.1 knippe door knipte door doorknippe doorknipte
subjunctive plur.1 knippen door knipten door doorknippen doorknipten
imperative sing. knip door
imperative plur.1 knipt door
participles doorknippend doorgeknipt
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Anagrams

[edit]