dieptepunt
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]dieptepunt n (plural dieptepunten, diminutive dieptepuntje n)
- low point, nadir
- Na het verlies van zijn baan bereikte hij een dieptepunt in zijn leven. ― After losing his job, he reached a low point in his life.
- De economie bevindt zich momenteel op een dieptepunt. ― The economy is currently at a nadir.
- Het dieptepuntje van de film was het slechte acteerwerk. ― The minor low point of the movie was the poor acting.